Nepal bestrijkt een langgestrekte landstrook bezuiden de Himalaya, met grote hoogteverschillen van 60 m boven de zeespiegel in de alluviale vlakte van de Ganges tot 8848m op de top van de Mount Everest. De klimaatomstandigheden en de vegetaties zijn al naar gelang van het reliëf even verschillend en rijk. De arboretumgroep 34 focust op de naaldhoutbossen in West-Nepal. Zij worden voornamelijk gevormd door Himalayazilverspar, Tranenden en Himalayaspar. Van de oorspronkelijke aanplantingen is nog slechts één grote Tranenden overgebleven. Oude Himalayaceders zijn helemaal verdwenen, maar er zijn er recent opnieuw aangeplant. Er staan ook een dozijn exemplaren van Himalyaspar, een merkwaardige treurspar. Naar Himalayazilverspar zijn de arboretumbeheerders nog steeds op zoek. Er staat ook een groepje Pindrow-zilversparren en enkele soorten van jeneverbes en esdoornstruiken. Aan de weidekant een mooie groep van Boomhazelaars en enkele Himalayberken.