Het Sierra Nevada gebergte, dat tussen het Californisch Bekken en het Rotsgebergte in ligt, is bekend als de groeiplaats van de Sequoiadendron of Mammoetboom, ook wel Bergmammoetboom genoemd om het verschil te maken met zijn neef uit de kustzone, de Kustsequioa. Deze Mammoetboom wordt niet de hoogste, maar wel de dikste en meest volumineuze, hij draagt geen bladnaalden maar veeleer bladschubben. Zijn natuurlijke verspreiding is eigenlijk beperkt tot verspreide plaatselijke bosjes en anders dan de Kustsequoia wordt hij niet in de productiebosbouw gebruikt omdat de houtkwaliteit te zwak is. In Groep 7 staan er met twee uitgebreide generaties dus in verhouding te veel en zouden begeleiders en andere bergbomen als Wierookceder, Coloradozilverspar, Draaiden, Ponderosaden meer plaats moeten innemen. Draaidennen, minder aangepast aan onze plaatselijke omstandigheden, worden hier niet erg oud. Na de droge zomer van 2019 heeft zich een catastrofale sterfte voorgedaan onder de zilversparren, waardoor er in de groep grote gaten zijn geslagen.