Het kustgebergte van Oregon heeft nog steeds veel boomsoorten gemeen met de meer noordelijk gelegen streken : de Douglasspar, Sitkaspar, Westelijke hemlockspar, Reuzenlevensboom, Edelzilverspar, Pacifische zilverspar, Reuzenzilverspar. Naast Grootbladesdoorns vinden we hier ook twee generaties van de Oregones. In de bocht van de Koninklijke wandeling stoten we op de eerste Kustmammoetboom en op een buitenbeentje, de Californische torreya, een boom uit de knoptaxusfamilie met verwanten in Oost-Azïe. Het ligt in de ambitie van de arboretumbeheerders om het gamma te verrijken met meer bij de bostypes passende struiksoorten en hier staan er daarvan al enkele : Westamerikaanse kopkornoelje, Ocean spray of Holodiscus, Oemleria en Gaultheria. Aan de overkant van de Koninklijke Wandeling ligt een bostype met Lawsoncipres, een soort die van nature enkel in de streek van Port Orford voorkomt, maar bij ons veelvuldig is gebruikt als snelgroeiende groenblijvende haagplant.