China, een land als een continent, is met de beschikbare ruimte in arboretumgroep 37 zeker wel onderbedeeld. Het is lang een zeer gesloten land geweest en toen het arboretum werd ingericht, was er over zijn rijkdom aan boomsoorten en bostypes in het Westen nog weinig gekend. Langzamerhand doken wel soorten op die omwille van hun prehistorische vorm of opmerkelijke sierwaarde spectaculair overkwamen : Ginkgo, Watercipres, Cathaya, Cumminghamia, Vaantjesboom, Goudlariks, … Regisseur Liénard probeerde sinds de jaren 60 met nieuwe aanplantingen toch enige geografisch-logische ordening aan te brengen in de Groep – deze uitdaging is nog actueel. Subgroep 37A poogt een beeld te geven van het gematigd winterkaal loofbos in de provincie Hebei, waar verscheidene types gemengd eikenbos zich vormen rond respectievelijk Oosterse witte eik, Mongoolse eik, Chinese kurkeik en Japanse keizereik, vaak in associatie met codominante Chinese es en diverse okkernoot-, populier-, iep-, haagbeuk- en esdoornsoorten als begeleiders. Subgroep 37B staat voor het gemengd mesofytisch bos, in zekere zin subtropisch regenwoud, van de warmere provincie Zhejiang. Daar staan zowel bladverliezende als bladhoudende, zowel loof- als naaldbomen. In 37C komt het naaldbos van de bergen in Sichuan en Shaanxi aan bod, met diverse soorten sparren en zilversparren. De mooie sparrengroep werd jammerlijk uitgeroeid door de schorskeverplaag in de droge zomer van 2019.