Arboretumgroep 8 wil een beeld geven van de bossen in het middendeel van de Rocky Mountains, in de noordelijke Verenigde Staten. Ook hier is een zekere gradatie toegepast naar gelang van de hoogteligging in de bergen. Loofhout in laaggelegen valleibossen is wellicht wat ondervertegenwoordigd met alleen Balsempopulier en Rode els, alomtegenwoordige Amerikaanse trilpopulieren en wilgen ontbreken. In lagere bergzones ontmoeten we weer onze vertrouwde Douglasspar, Hemlockspar, Reuzenlevensboom en Reuzenzilverspar. Hogerop groeien meer Westamerikaanse lork, -deze enkel in het noordwesten, in Idaho- en dennensoorten : Draaiden, Ponderosaden, Westerse Witte den, Suikerden. Onder de subalpiene soorten tegen de boomgrens aan bevinden zich Engelmanspar, Berghemlock en Rotsgebergtezilverspar. De laatste is wel van nature klein en gedrongen, maar lijkt hier toch ook moeite te hebben om te overleven in minder aangepaste omstandigheden.