In de kijker

Wilfried Emmerechts

Deze keer presenteren wij ex-boswachter/conservator Wilfried Emmerechts. Wilfried ging per 1 april op pensioen. Wij laten hem zelf aan het woord.

“Toen ik bijna 17 jaar geleden aan de job begon, na 25 jaar te hebben rondgedoold in IT-projecten in lamme kantoordorpen en af en toe op een fabrieksterrein, wist ik maar half wat mij te wachten stond.  De natuur en het buitenleven hebben me nooit helemaal losgelaten, maar toch: een al grijze boswachter, maar nog bepaald groen achter de oren,…Niet echt een comfortabele positie in de omgang met professionals. Er viel nogal wat in te halen qua kennis en kunde, temeer omdat in het Kapucijnenbos een ontzaglijk arboretum school, waarvan niemand nog wist wat zich daar allemaal precies bevond.  Maar het werd een mooi avontuur, met een grotere veelzijdigheid aan taken en ervaringen dan deze generalist zich wensen kon en een heerlijke werk- en woonomgeving als bonus. Al moest aan dat laatste eerst nog even worden bijgeschaafd om mijn vrouw te overtuigen; het zeer bescheiden beginsalaris droeg daar ook niet toe bij.

Er viel, naast het routineuze bosbeheer, heel wat te doen. Maar met een super competente en dito vriendelijke baas – wiens visie je makkelijk deelt – en een sympathiek en gemotiveerd team  van collega’s kan er veel. Met bescheiden middelen maar een flinke dosis creativiteit (met een groot aandeel aan recyclagemateriaal en hout uit eigen bos) lapten we gebouwen- en parkinfrastructuur op en legden beetje bij beetje een afdoend machinepark aan.  Al doende lerend brachten we opnieuw leven in de kwekerij, zochten en vonden we partners voor informatie en plantmateriaal en verjongden we de collectie. De proefvlakopnamen voor het bosbeheerplan vormden een opstapje voor het grotere werk: de stapsgewijze integrale inventarisatie van het arboretum die jaren in beslag zou nemen. We dwaalden rond op het domein als spelende kinderen op een met spullen volgepropte zolder van een oud landhuis en ontdekten voortdurend nieuwe verrassingen. Het zal geen jaartje geleden zijn dat ik nog een lang over het hoofd geziene accessie aan de collectiedatabase kon toevoegen.  Een expert dendroloog word ik niet meer. Voor het microscopisch onderzoek van bloempjes ontbreekt mij het geduld en ik blijf enige scepsis behouden voor de pietepeuterige aspecten van de taxonomie. Hoever wil je gaan in het modelleren van de eindeloze variatie aan levensvormen….? Maar bomen en bossen blijven natuurlijk fascinerend.

jobstudenten bezig met het maken van fielmap-opnames in de nieuwe wereld. © Wilfried Emmerechts

Het was voor mij ook een beetje back to the roots.  Het runnen van een bosbedrijf heeft wel wat gemeen met een landbouwbedrijf, zij het in dit geval met heel wat minder rendement stress. Ik kon terugpikken uit de werkervaring in mijn jeugd op de boerderij van mijn ouders. Voor de nodige IT-applicaties kon ik nog wat bijna vergeten programmeurskills opfrissen. In mijn tijd als boswachter bij de Koninklijke Schenking heb ik twee dozijn stielen kunnen beproeven: houthakker en bouwvakker, metser en timmerman, planner en rapporteur, coördinator en machineoperator, analist en programmeur, boomverzorger en tuinier, inkoper en verkoper, copywriter en webdesigner, consultant en secretaris, hoogwerker (in bomenkruinen en op daken) en laagwerker (op de knieën onkruid wiedend), … Allicht met een wisselende graad van perfectie, maar alles zonder ongelukken – nu ja, op een enkele na dan – en toegegeven, niet geheel zonder machineschade.  Ik vond het allemaal even leuk en het diende hetzelfde doel. 

Het heeft wat tijd gevergd maar ik denk dat we met enige fierheid kunnen zeggen dat we samen het arboretum van Tervuren opnieuw op de kaart hebben gezet, zowel letterlijk intern als figuurlijk ten opzichte van het publiek. Ik  heb zo het gevoel dat daarmee niet alleen voor mij maar ook voor het arboretum een zekere fase is afgesloten.  De recente ravages, aangericht in een aantal arboretumgroepen door de actuele natuurlijke omstandigheden, doen daar enige afbreuk aan. Maar dat is overmacht … en tegelijk een van de grote uitdagingen voor het volgende plan vol ambitieuze doelstellingen om van het arboretum een volwaardig instituut te maken, met invulling van alle bijbehorende functies.  Met het volle engagement van de Koninklijke Schenking, de blijvende inzet van het personeel en de hulp van een toenemende stroom van vrijwilligers gaat dat zeker lukken. 

team Regie Tervuren in 2014 (v.l.n.r. Willy Deweyer, Patrick Huvenne, Erik van Roey, Mark van Hummelen, Steven Warson, Wilfried Emmerechts, en tom Dehaspe)

Het zal met gemengde gevoelens zijn dat ik binnenkort verhuis, maar het zij zo, de sleet van jaren laat zich voelen en er is nog een leven na de carrière.  En het afscheid is niet definitief, ik kom nog weleens langs om te zien hoe het loopt.  Ondertussen: cheers, succes en laat duizend bomen groeien!”


Mia Brankaer

Vrijwilliger in het arboretum sinds…

2020, bij de start van de vrijwilligerswerking. Ik ontdekte de werking via de vzw NGZ (Natuurgroepering Zoniënwoud).

In welke werkgroep(en) ben je actief?

Kwekerij en Gidsen.

Wat is je band met het arboretum?

Als plantkundige heb ik altijd interesse gehad voor wat er in de natuur groeit. Ik woon niet ver van het arboretum en kan er met de fiets naartoe. Door er vaak naartoe te gaan ontstaat er vanzelf een band. Het wordt een stukje van jou en je wilt er voor zorgen.

Hoe vaak kom je in het Arboretum?

Ongeveer 1x per week.

Heb je een lievelingsboom of -bomengroep?

Eerder was een Haagbeuk met een wat gedraaide stam, gespierde takken en mooie vruchten aan de vijvers van Groenendaal mijn favoriet; een boom die zo hard z’n best doet om toch al z’n takken in de hoogte te krijgen. Maar sinds ik meer rondloop in het arboretum ontdek ik almaar nieuwe geheimen bij de bomen. Daarom heb ik geen favoriet meer. Bomen zijn geweldige creaturen. Elke boom heeft wel iets om even bij stil te staan. Eenmaal geankerd op een vaste plaats, doorstaan ze extreme omstandigheden. Ze klagen niet, beschermen elkaar,  geven ons koelte, zuurstof en nog zoveel meer…

Waarom ben je vrijwilliger geworden?

De natuur en het arboretum geven ons zoveel: rust, schoonheid, muziek, geur, … Als vrijwilliger kan je op een aangename manier iets teruggeven. Het is fijn om buiten te werken en je leert andere vrijwilligers kennen met gelijke interesses.

Wat zijn je favoriete klusjes?

Het werk in de kwekerij zoals zaaien en verspenen. Kweekexperimenten en uittesten hoe je zaad het best tot jonge plant kan laten uitgroeien, boeien me al van jongs af aan. (Onlangs kreeg ik van een vriend uit Californië zaden die op de desideratalijst (verlanglijstje, nvdr) van de Nieuwe Wereld staan. Ik zaaide ze uit en volg het hele groeiproces graag verder op.

Hoe kunnen we volgens jou nog meer helpende handen aantrekken? 

Wanneer ik mensen uit de streek begeleid in het arboretum breng ik het vrijwilligerswerk steeds aan bod. Ik verwijs onderweg naar de aanplantingen, de bescherming tegen vraat, gelabelde bomen,… Ik toon bezoekers de klusjes die vrijwilligers op zich nemen en laat zien hoe leuk het kan zijn om buiten in de natuur aan de slag te gaan. 

Heb je nog meer ideeën die je met ons wil delen?

Een leerpad voor kinderen in het arboretum. Hoe jonger men hen kan boeien, hoe meer respect er voor bomen zal groeien.


Dirk Baksteen

Vrijwilliger in het arboretum sinds…

Ik ben wat je een ‘ancien’ zou kunnen noemen. Lang voordat de werkgroepen vrijwilligers van start gingen, leidde ik al bezoekers rond in het arboretum.

In welke werkgroep(en) ben je actief?

Naast gids ben ik ook lid van de algemene kerngroep waarin ik meedenk over de werking en de educatieve rol van het arboretum. Wanneer het past, spring ik ook bij in de kwekerij en zet mijn plantenkennis in voor de werkgroep ‘Dendrologie’. 

Wat is je band met het arboretum?

Sinds mijn tienerjaren woon ik dicht bij het arboretum. Het is een ideale plaats om te wandelen en te fietsen. Alleen of in gezelschap. De groene verbinding met Jezus-Eik dwars door het bos is heerlijk. In het arboretum vind ik de ruimte om waarnemingen te doen en bosflora en -fauna te ontdekken: insecten in het gras, konijnen, zangvogels, roofvogels, … Het is er prachtig wanneer er sneeuw ligt. Ik geniet volop van elk seizoen. Dankzij het arboretum ontwikkelde ik een diepe band met de natuur en dit dicht bij huis.

Hoe vaak kom je in het Arboretum?

Wekelijks, soms zelfs dagelijks. Ik heb een aantal plaatsjes waar ik regelmatig geniet van een bosbad. Ik kan er een hele poos blijven zitten en kijken, ruiken, voelen en heel attent zijn voor wat er voorbijkomt door het gras, tussen de bomen, onder de wolken, in de blauwe lucht. Mijn aandacht wordt getrokken door een beweging, soms gewoon de wind, soms een blad of een takje dat naar aandacht dingt, en dan weer een eenzaam reetje of een vos.

Heb je een lievelingsboom of -bomengroep?

Als er één plant is die ik merkwaardig mooi vind dan is het de Styrax japonicus of Japanse storaxboom. Je kan er eentje vinden in groep 39A en in groep 37 (China en Japan, Oude Wereld, nvdr). De vruchten doen me denken aan honderden Chinese of Japanse kleine lampionnetjes. De zaadjes lijken wel paternosterbolletjes. Ik denk dan steevast aan het traditionele Chinese geestenfeest, al weet ik niet goed waarom. Wat zeker is, is de enorme rijkdom aan verhalen die je ontdekt als je bij sommige van die exoten stilstaat.

Waarom ben je vrijwilliger geworden?

Het arboretum en het Kapucijnenbos hebben altijd al een sterke aantrekkingskracht uitgeoefend. Ik kwam er graag wandelen en gaf er ook regelmatig een gidsbeurt. Bij Ronny Mattelaer, een doorgewinterde gids, volgde ik af en toe een cursus zodat ik me als gids in de Nieuwe Wereld kon verdiepen. Ook de boswachters hielpen me keer op keer om nog meer van het arboretum op te steken. Ik wil dus af en toe iets terugdoen voor het immense genot dat deze ‘bomentuin’ van 100 ha mij al die jaren al heeft geschonken. Toen er een formele vrijwilligerswerking werd opgezet, was de stap dan ook niet zo groot.

Wat zijn je favoriete klusjes?

Het voorbereiden van mijn gidsbeurten. Het lijken misschien geen klusjes, maar als je er niet mee bezig bent, kan je de bezoekers niet blijven boeien.

Hoe kunnen we volgens jou nog meer helpende handen aantrekken? 

De laatste nieuwe gidsen zijn mensen die vol bewondering rondliepen in het arboretum en gewoon werden aangesproken, bijvoorbeeld door een boswachter. Mond-tot-mond reclame is en blijft de sterkste werver. Het komt er volgens mij vooral op neer om een inspirerende en gastvrije omgeving te creëren voor mensen die geboeid zijn door deze plek en iets ‘kunnen’ wat het arboretum ten goede komt. Als meer mensen hun schouders zetten onder de dagelijkse inzet van beroepsmensen zoals regisseurs, boswachters en bosarbeiders, kan het niet anders dat het genieten van de natuur en het respect ervoor zal toenemen.