Arboretumbeheer
Het arboretum blijft ook in de toekomst, als levende en veranderende collectie, voorwerp van aanhoudende zorg. Temeer omdat, toen de opfrissingswerken nauwelijks waren voltooid, in de lange hete zomers van de voorbije jaren grote gaten zijn geslagen in de collectie door droogte, schorskever- en andere plagen. Stormen die bomen ontwortelen of breken, die de beschutting van drooggevallen buren hebben verloren, verergerden de zaak. Een zekere degradatie was overigens al een paar decennia aan de gang. Vele oudere bomen met wortel- of stamvoetrot, zij het dikwijls met onaangetaste, volle kronen, plaatsen de beheerders voor moeilijke dilemma’s : sanitair kappen of zo lang mogelijk behouden met risico op nevenschade als zij toch komen te vallen?
Er is dus nog veel werk aan de winkel om verloren boomgroepen te vervangen, oudere groepen te verjongen en ontbrekende soorten aan te vullen, dat alles met respect voor het originele concept en de geografische indeling. Vooral qua struiksoorten kan de collectie nog sterk worden aangevuld. Bij voorkeur wordt daarvoor plantmateriaal uit de oorspronkelijke herkomstgebieden (in het wild verzameld) gebruikt, maar alternatieve bronnen worden ook aangesproken. Het blijft een zeer moeilijke uitdaging om de gezochte planten in gepaste hoeveelheden te vinden. Een uitgebouwd netwerk van internationale contacten is daarvoor onontbeerlijk. Een verdere ontwikkeling van de kwekerij is evenzeer nodig, want veel planten moeten uit zaad- of stekgoed worden opgekweekt.
Een continue update en verbetering van het databeheer over de collectie is een belangrijke opdracht. Met de collectie-database en de GIS kaarten is daarvoor in de laatste jaren een goede basis gelegd. Er is ook begonnen met ook een (digitaal) archief over de bostypes in de referentiegebieden. Het is de bedoeling die gegevens aan te vullen en zo goed mogelijk in te zetten voor educatie en voor wetenschappelijk onderzoek. De middelen die worden ingezet voor zowel het databeheer als voor de verzorging van de bomen, bomengroepen en arboretumgroepen op het terrein, moeten mee evolueren met de beschikbare technologie voor een steeds beter onderbouwde en verfijnde collectie.