Het Geografisch Arboretum
De fytogeografie of plantengeografie is de studie van de verspreidingspatronen van planten, die men dan op historische en geologische gronden probeert te verklaren als resultaat van de continentvorming, de klimaatwisselingen (bv de ijstijden), het ontstaan van gebergten en rivierbekkens, waardoor soorten geïsoleerd raakten en zich onafhankelijk van verwanten maar wel afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden gingen ontwikkelen. De fytosociologie of vegetatiekunde spitst zich toe op de natuurlijke plantengemeenschappen, doorgaans op veel kleinere schaal bekeken en meer op het heden gericht. Hier spelen kensoorten en differentiërende soorten en hun abundantie (de aantallen waarin zij voorkomen) een belangrijke rol om de diverse vegetatieassociaties te onderscheiden.
Voor wat betreft de bossen, het leefgebied van de boomsoorten, zijn in beide wetenschapsdisciplines vele typologieën opgesteld, die dus altijd in zekere mate te maken hebben met de plaatsen waar zij van nature voorkomen. In de vegetatiekunde onderscheidt men natuurlijke bostypes zelfs vaak op basis van verschillen in de kruidlaag, omdat de boomlaag in hedendaagse bossen gewoonlijk door ingrijpen van de mens doortastend is veranderd.
Het Geografische Arboretum is op basis van inzichten uit de bovengenoemde wetenschappen ingedeeld, al hebben de oprichter Ch. Bommer en zijn opvolger U. Liénard niet altijd precies dezelfde logica toegepast. Naargelang bijzondere interesses en beschikbaarheid van het plantmateriaal zijn soms verschillende keuzes gemaakt. Sommige secties verwijzen naar een zeer groot en gevarieerd herkomstgebied, dat dan lang niet representatief kan worden voorgesteld, bijvoorbeeld China. Aan Japan zijn dan weer drie secties gewijd. Sommige secties zijn met een specifiek bosgebied voor ogen samengesteld bijvoorbeeld de Baborberg in Algerije, andere zijn opgebouwd rond één bepaalde merkwaardige boomsoort, bv de Araucaria voor de Andessectie.